Mini Bypass

INLEIDING

Normaal gezien heeft de maag een grote capaciteit zodat je een grote hoeveelheid voedsel kan eten vooraleer een verzadigingsgevoel te hebben. Na passage door de maag wordt het voedsel verteerd en opgenomen er hoogte van de dunne darm. Onverteerde voedselresten, en vezels passeren de darm tot ze worden uitgescheiden.

Er bestaan verschillende operatieve technieken bij de behandeling van zwaarlijvigheid, om je te helpen vermageren. Sommige operaties zorgen ervoor dat de hoeveelheid voedsel die je kan eten tijdens een maaltijd sterk wordt beperkt (restrictie). Andere operaties zorgen er weer voor dat het opgegeten voedsel minder door het lichaam wordt opgenomen (malabsorptie).

De Mini Gastric Bypass ingreep werkt hoofdzakelijk doordat de hoeveelheid voedsel die je tijdens een maaltijd kan eten, sterk wordt beperkt, zonder hongergevoel en met een langdurig volheidgevoel. Tevens wordt de opname van vetten licht beperkt doch dit is eerder minimaal. Het eten van hoogcalorische voedingsbestanddelen, voornamelijk suikers, zal tevens een onbehaaglijk gevoel geven en dit zal bijdragen tot meer evenwichtige eetgewoonten na de operatie.

Deze ingreep is volledig omkeerbaar.


DE VOORBEREIDING TOT DE INGREEP

Als na grondige overweging besloten wordt tot het uitvoeren van een "Mini Gastric Bypass" operatie worden gewoonlijk een aantal preoperatieve onderzoeken uitgevoerd. Deze onderzoeken zijn afhankelijk van patiënt tot patiënt en kunnen onder andere enkele van de onderstaande onderzoeken omvatten:

  1. Bloedonderzoek
  2. Echografie van de buik
  3. Elektrocardiogram met of zonder hartspecialistisch onderzoek
  4. Longfoto met of zonder longspecialistisch onderzoek
  5. Gastroscopie
  6. Psychologisch onderzoek
  7. Bezoek aan de diëtiste
  8. Bezoek aan de internist / endocrinoloog

Indien je regelmatig medicatie neemt dien je dit aan je chirurg te melden. Zeker indien het gaat om bloedverdunnende medicatie (anticoagulantia, aspirine, anti-inflammatoire geneesmiddelen ), omdat deze geneesmiddelen soms een tijdje voor de ingreep moeten worden gestopt.

De dag van de ingreep blijf je vanaf middernacht nuchter. Sommige medicaties mag je 's ochtends nog innemen met een klein beetje water. Je chirurg zal je hierover inlichten.


DE INGREEP

1. Normaal passeert voedsel eerst de slokdarm, vervolgens de maag en de twaalfvingerige darm om zo in de dunnedarm terecht te komen.

GBP-start afbeelding 1

images2 afbeelding 2

2. De Mini Gastric Bypass operatie creëert een smal en langwerpig maagreservoir met een nieuwe kleine maaguitgang.De dunne darm wordt opgehaald en verbonden met de nieuwe maag De diameter van de nieuwe uitgang is ongeveer 12 mm. De nieuwe kleine uitgang van de maag betekent dat de maag trager ledigt. Het voedsel komt via de kleine maaguitgang dadelijk in de dunne darm terecht en passeert de rest van de maag niet.

   

imagesCA1F59DF afbeelding 4

3. De "oude" maag en de twaalfvingerige darm worden aldus overbrugd of "gebypassed". De dunne darm wordt opnieuw verbonden met de nieuwe maag. Deze nieuwe verbinding  zorgt ervoor dat het maagsap, gal- en pancreassap met het voedsel kunnen worden vermengd. Dit is noodzakelijk voor een normale vertering.

Door deze twee aanpassingen zal een kleine hoeveelheid voedsel een verzadiging- of volheidgevoel geven gedurende een langere tijdsperiode. Dit helpt je minder te eten en aldus te vermageren.

In principe is deze ingreep volledig omkeerbaar.


DE CHIRURGIE d.m.v.LAPAROSCOPIE

Vroeger vonden buikoperaties plaats middels een zogenaamde laparotomie waarbij een (grote) incisie werd gemaakt om toegang te krijgen tot de buikholte en darmen.

laparotomie

In normale toestand is de buikinhoud in nauw contact met de buikwand. Om een ruimte de krijgen die het mogelijk maakt de videocamera naar binnen te brengen, moet er dus eerst een soort "luchtbel" worden aangelegd om in te werken, en dit gebeurt door de buik op te blazen. Daarom begint de operatie met het inspuiten in de buik van koolzuurgas. Deze werkruimte (de "luchtbel") kan worden verwezenlijkt met behulp van een beschermde naald die wordt ingebracht doorheen de buikwand.

Wanneer de werkruimte is aangelegd, gebruikt de chirurg "trocars", d.w.z. holle kokertjes voorzien van kleppen, die het mogelijk maken het gas te behouden in de buik. Via deze trocars worden de videocamera en de chirurgische instrumenten binnengebracht. Deze kokers worden aangebracht door kleine sneden in de huid op de buikwand.

laparoscopy

Vervolgens gebeurt de operatie "met gesloten buik" want uw chirurg hanteert de instrumenten langs de buitenzijde van uw buik, en volgt de operatie in de binnenzijde van de buik op een televisiescherm. Bij het ontwaken kan u pijn voelen aan de schouders. Deze pijn wordt veroorzaakt door het feit dat de buik werd opgeblazen met koolzuurgas om de werkruimte aan te leggen, en dit koolzuurgas bij het einde van de operatie nooit volledig kan worden verwijderd. Dit overblijvende gas zal echter snel en zonder gevaar voor uw organisme worden geabsorbeerd. De pijn is tijdelijk en verdwijnt snel, binnen enkele dagen na de operatie.

De chirurgische instrumenten die worden gebruikt zijn niet dezelfde als de instrumenten die worden gebruikt bij de klassieke chirurgie, d.w.z. met "open buik". Sommige instrumenten zijn technologisch zo complex dat zij slechts kunnen worden gebruikt bij één enkele patiënt. Deze instrumenten noemt men "disposables" (wegwerpbaar), d.w.z. dat men ze weggooit na de operatie.

Wij vestigen uw aandacht op het feit dat het materiaal voor éénmalig gebruik niet altijd wordt terugbetaald door het RIZIV.


DE COMPLICATIES

1. tijdens de ingreep of de periode onmiddellijk na de ingreep

De Mini Gastric Bypass operatie is een vrij zware operatie en door je overgewicht heb je een groter kans op complicaties in vergelijking met iemand zonder overgewicht. Sommige complicaties kunnen zich voordoen tijdens de operatie of in de periode onmiddellijk na de operatie tijdens de ziekenhuisopname. De volgende complicaties kunnen zich bij wijze van voorbeeld voordoen: • een bloeding • een verwonding aan een buikorgaan • een verwikkeling aan de longen (longontsteking ) • een hartaanval • een obstructie of passagehinder ter hoogte van het maagdarmstelsel • een ontsteking aan de urinewegen • een wondinfectie • trombose (bloedklonters) in de aders van de benen met mogelijks longembool als gevolg Deze lijst is niet volledig. Er is een zeer klein doch niet onbestaand risico op overlijden ten gevolgen van complicaties. Uiteraard worden speciale maatregelen genomen om het risico op deze complicaties zo klein mogelijk te houden. Complicaties die de normale hospitalisatieduur verlengen zijn zeldzaam.

2. complicaties in een later stadium na de ingreep

Behalve de bovenvermelde complicaties kunnen zich later ook nog andere complicaties voordoen. We vermelden opnieuw de meest voorkomende. Ook deze lijst is niet volledig.

a . obstructie Ten gevolge van vergroeiingen in de buik die zich bij om het even welke ingreep in de buik kunnen voordoen kan de normale darm doorgang soms worden belemmerd. Soms is een ingreep nodig om deze vergroeiingen los te maken.

b. qalstenen Na de operatie bestaat een verhoogde kans op het ontwikkelen van galstenen, waarschijnlijk ten gevolge van de verminderde inname van vetten.

c. ijzer, foliumzuur, vitamines en mineralen tekorten Deze tekorten kunnen zich voordoen, voornamelijk tijdens de periode dat je vermagert. Op aanwijzing van je chirurg neem je best van in het begin ijzer, foliumzuur, vitamines en mineralen supplementen. Op regelmatige tijdstippen wordt een bloedonderzoek verricht om eventuele tekorten op te sporen. Bij vit B12 tekort dient dit soms met injecties te worden gecorrigeerd.

d. haarverlies Haarverlies treedt vaak op bij snel vermageren. Ongeveer de helft van alle patiënten ondervinden dit in meer of mindere mate het eerste jaar na de ingreep. Het haarverlies is echter tijdelijk en nooit volledig.

e. vernauwinq aan de uitqanq van de maaq Zelden kan de nieuwe maaguitgang vernauwen en aanleiding geven tot overmatig braken. Optrekken van de vernauwing via gastroscopie of onder radiografische controle kan dit verhelpen. Zelden is een nieuwe operatie noodzakelijk.

f. maaqzweer Een zweertje in de buurt van de nieuwe maaguitgang kan soms optreden. Dit kan meestal worden behandeld met medicatie die de zuurproductie in de maag afremt.

g. qewichtstoename na de inqreep Hiervoor kunnen een aantal redenen zijn:

1. Uitzetten van de nieuwe maag. Als de nieuwe maag stelselmatig wordt overvuld zal ze geleidelijk uitzetten en zal de hoeveelheid voedsel die je kan eten tijdens een maaltijd toenemen. Dit kan ook het gevolg zijn van een te nauwe uitgang van de nieuwe maag.

2. Uitzetting van de maaguitgang. Dit kan tot gewichtstoename leiden doordat de maag sneller kan ledigen en het verzadigingsgevoel minder lang bestaat waardoor je dus meer gaat eten.


DIEET NA MINI GASTRIC BYPASS

1. Aanpassing eetgedrag

  • Neem aan tafel een correcte houding aan.
  • Gebruik kleine maaltijden en eet rustig, gebruik naast de 3 hoofdmaaltijden nog enkele gezonde tussendoortjes.
  • Stop met eten na het eerste gevoel van volheid. Eén of twee happen meer kan braken veroorzaken. Als je moeilijkheden hebt met het schatten van de hoeveelheden raadpleeg je voedingsdeskundige om een voedingsschema op te stellen. Te veel eten en drinken kan je maag uitrekken.
  • Neem voldoende maal "tijd" om de maaltijd te nuttigen.
  • Drink langzaam maar niet tijdens de maaltijd
  • Misselijkheid en braken zijn de meest voorkomende complicaties de eerste 5 maanden na Gastric Bypass. Ze zijn te wijten aan:

    - te vlug eten - drinken tijdens het eten - niet goed kauwen - meer eten dan het maagvolume toelaat

2. Aanpassing voeding Door het verkleinde maagvolume en de bypass moet de voeding aangepast worden om ongemakken te voorkomen.

In het volgend hoofdstuk worden de verschillende fases uitgelegd, toch is er telkens een grote overeenkomst, namelijk de inname van suikers. Doordat de suikers te snel in de dunne darm terecht komen ontstaat het DUMPING SYNDROOM. Symptomen zijn: Misselijkheid, Krampen, Diarree, Futloosheid, Zweten, Versneld hartritme. Daarom is het best suikers uit de voeding te schrappen.

De voedingsaanpassing bij Gastric Bypass bestaat uit verschillende fases, van vloeibaar, naar een gemixte voeding, tot uiteindelijke een eiwitrijke vaste voeding. De maaltijden zijn veel kleiner dan normaal, en het voedsel moet veel zachter zijn van structuur. In elke fase is het belangrijk om voldoende water te drinken.

Hieronder volgt de bespreking van de verschillende fases.

Fase 1 Vloeibare voeding gedurende 14 dagen -1 maand Maak gebruik van:

Magere melkproducten • Magere melk • Magere yoghurt • Magere platte kaas • Magere pap + kunstmatig zoetmiddel Fruitsappen - groentesappen

Gemixte soep - of bouillon

Eiwitverrijkte bijvoeding (vraag raad aan je voedingsdeskundige)

Opmerking: In het begin dient traag gedronken te worden, 1 glas over ongeveer 30 min.

Fase 2 Geleidelijk overschakelen naar een gemixte voeding Inlassen van de volgende voedingsmiddelen

  1. Toevoegen van kleine hoeveelheden gemixt of gestoofd fruit zonder suiker.
  2. Toevoegen van kleine hoeveelheden aardappelpuree en gekookte gemixte groenten.
  3. Toevoegen van kleine hoeveelheden gekookte vis, gekookt ei of gepocheerd ei. Als dit goed verdragen wordt kan gemalen vlees/kip toegevoegd worden.
  4. Toevoegen van brood, zonder korst. Beleg uw brood met zachte, smeerbare kaas, vleeswaren of vis.

Eventueel kan je in het begin ook bereide peutervoedingspotjes gebruiken

Dagschema zachte voeding zonder suiker

Ontbijt: 1 à 2 sneden niet versbrood of beschuiten of toast gesmeerd met minarine met max. 25% vetstof zachte belegsoorten koffie of thee

10 uur mager melkproduct ongesuikerd

12 uur gemixte ontvette groentesoep puree gemixte gekookte groenten gekookte vis/gekookt ei of gepocheerd ei

16 uur glas fruitsap

18 uur 1 à 2 sneden niet vers wit brood of beschuiten of toast gesmeerd met minarine zacht broodbeleg koffie of thee

20 uur mager melkproduct zonder suiker  

Fase 3

Vaste eiwitrijke voeding

Klik hier voor de voedingsdriehoek.

Redo-Chirurgie

Inleiding

  

Er zijn personen die vroeger reeds een vermageringsoperatie hebben ondergaan. Een deel hiervan heeft last van bijverschijnselen of is niet tevreden met het uiteindelijk resultaat. Dit kan zijn doordat hij/zij teveel is vermagerd of juist te weinig.

Tegenwoordig bestaan er diverse nieuwe ingrepen die een aanpassing van een bestaande ingreep zijn of een omvorming naar een nieuwe situatie. Hieronder bespreken we enkele mogelijkheden welke in ons Obesitascentrum worden aangeboden.

Na Maagband

  

Er zijn patiënten die vroeger een maagband geplaatst kregen maar daar niet tevreden over zijn. Dit kan variëren van te weinig gewichtsverlies , terug gewicht bij krijgen na verloop van tijd, frequent moeten braken, ‘slipping’ van de band, etc. Voor deze personen zijn er diverse opties. Zo kan de band bijvoorbeeld worden vervangen door een Gastric Bypass of gewoon worden verwijderd. Dit kan normaal via een laparoscopie worden gedaan.

Na vroegere ‘Mason’ (ingreep waarbij maag deels werd dichtgeniet + ring).

  

Ook hier zijn er patiënten die na zo’n ingreep toch weer in gewicht zijn aangekomen, last hebben van braken of andere klachten hebben.  Bij deze personen is het mogelijk om deze vroegere ingreep om te vormen naar een Gastric Bypass. Dit kan in principe via laparoscopie worden gedaan.

Na Scopinaro

  

Deze ingreep werd frequent uitgevoerd in de jaren ’80 – ’90. Sommige patiënten klagen echter van winderigheid, diarree, gewichtstoename of vitamine tekorten. Het is mogelijk om deze ‘Scopinaro’ om te vormen naar een Gastric Bypass wat een zeer goed resultaat geeft tav diarree en winderigheid. Ook zal er een positief effect zijn op het gewicht. Deze ingreep vindt via een ‘open’ ingreep (=laparotomie) plaats. Hiernaast is het ook mogelijk om enkel een deel van de maag te verwijderen. Voordeel is dat dit via een laparoscopie vaak mogelijk is.

Na Sleeve / Buismaag

  

Vaak wordt een Sleeve operatie gedaan als eerste stap om een grote gewichtsvermindering te verkrijgen bij de zwaar obese patiënten. Na de initiële gewichtsdaling wordt vervolgens gekozen voor een nieuwe ingreep als tweede stap. Deze kan zijn een omvorming naar Gastric Bypass of Duodenal Switch. Een re-Sleeve wint de laatste jaren ook in toenemende mate aan populariteit. Deze ingrepen worden via laparoscopie verricht.

Na Gastric Bypass

  

Een kleine groep patiënten kan na verloop van tijd terug veel eten na een Gastric Bypass operatie en komen weer in gewicht aan.  Voor deze kleine groep bestaat er nu een nieuwe ingreep waarbij een ring via een laparoscopie rond het maagje kan worden geplaatst.


Duodenal Switch

INLEIDING

De Duodenal Switch is bedacht door Dr. Douglas Hess als verbetering op de Bilio-Pancreatische Derivatie (BPD) of Scopinaro. Deze ingreep werkt op 2 manieren. Ten eerste kan je door de verkleinde maag kun je minder eten. Je hebt minder honger doordat de hongersensoren welke in het maagdeel zitten welke wordt verwijderd weggenomen zijn. Ten tweede is er sprake van een verminderde voedselopname. De maag wordt verkleind tot een inhoud van 100 a 150 gram. (de inhoud van een sapglas) en zal waarschijnlijk in de loop van de jaren weer verdubbelen in grootte. Tijdens deze operatie blijft de maagportier intact zodat hij normaal kan functioneren. Er worden geen bandjes of iets dergelijks gebruikt, de maag blijft werken zoals altijd.


VOORBEREIDING

Als na grondige overweging besloten wordt tot het uitvoeren van een "gastric bypass" operatie worden gewoonlijk een aantal preoperatieve onderzoeken uitgevoerd. Deze onderzoeken zijn afhankelijk van patiënt tot patiënt en kunnen onder andere enkele van de onderstaande onderzoeken omvatten:

  1. Bloedonderzoek
  2. Echografie van de buik
  3. Elektrocardiogram met of zonder hartspecialistisch onderzoek
  4. Longfoto met of zonder longspecialistisch onderzoek
  5. Gastroscopie
  6. Psychologisch onderzoek
  7. Bezoek aan de diëtiste
  8. Bezoek aan de internist / endocrinoloog

Indien je regelmatig medicatie neemt dien je dit aan je chirurg te melden. Zeker indien het gaat om bloedverdunnende medicatie (anticoagulantia, aspirine, anti-inflammatoire geneesmiddelen ), omdat deze geneesmiddelen soms een tijdje voor de ingreep moeten worden gestopt.

De dag van de ingreep blijf je vanaf middernacht nuchter. Sommige medicaties mag je 's ochtends nog innemen met een klein beetje water. Je chirurg zal je hierover inlichten.


DE INGREEP

5 cm. onder de maagportier (pylorus) snijdt men de 12-vingerige darm (duodenum) dwars door als voorbereiding om later de digestive loop (ook wel alimentary limb genoemd) aan vast te maken. Men meet de dunne darm op vanaf het punt waar de dunne darm overgaat in de dikke darm tot het punt waar hij uitkomt in de maag. De lengte van de dunne darm varieert tussen de 5 en 10 meter maar is bij iedereen anders. De darm wordt op 40 % van de totale lengte gemeten vanaf de dikke darm doorgesneden (doorgaans is dat op ong. 275 cm. vanaf de dikke darm). Het gedeelte van de dunne darm dat vast zit aan de dikke darm wordt vervolgens naar boven gebracht en vastgemaakt aan het kleine stukje van de 12-vingerige darm. (wat dus 5 cm. groot is en zich bevindt vlak onder de maagportier) Dit gedeelte van de dunne darm vervoert de voeding van de maag naar de dikke darm. De vertering van het voedsel begint in dit stuk darm onder invloed van maagzuur en speeksel. (digestive loop of de alimentary limb).

 

Het bovenste gedeelte van de dunne darm wordt naar beneden gebracht en vastgemaakt aan de digestive loop, op ongeveer 50 tot 100 cm. vanaf de dikke darm (biliopancreatic loop ofwel de bilio limb) Dit stuk darm vervoert de spijsverteringssappen afkomstig uit de lever, gal en alvleesklier. De biliopancreatic loop blijft verbonden aan de lever, gal en alvleesklier maar loopt bovenaan dood, ofwel eindigt blind. De bilio pancreatic loop is dus niet meer verbonden aan de maag. Het stuk van de dunne darm waar de 2 gedeelten bij elkaar komen noemen we de common loop ofwel common limb. Hier worden de spijsverteringssappen en de voeding gemengd en daardoor vindt voedselopname plaats. Wanneer je voeding eet, komt het in de maag, die nu erg klein is. De voeding gaat door de maagportier die ervoor zorgt dat de voeding gelijkmatig wordt doorgegeven aan de digestive loop. De digestive loop is ingekort en brengt de voeding naar de dikke darm. De bilio pancreatic loop transporteert gal en spijsverteringssappen van de lever, gal en alvleesklier naar het laatste gedeelte van de digestive loop, de common loop/limb genaamd. Volledige spijsvertering en voedselopname vindt hier plaats omdat de voeding en spijsverteringssappen zich mengen


DE CHIRURGIE d.m.v.LAPAROSCOPIE

Vroeger vonden buikoperaties plaats middels een zogenaamde laparotomie waarbij een (grote) incisie werd gemaakt om toegang te krijgen tot de buikholte en darmen.

laparotomie

In normale toestand is de buikinhoud in nauw contact met de buikwand. Om een ruimte de krijgen die het mogelijk maakt de videocamera naar binnen te brengen, moet er dus eerst een soort "luchtbel" worden aangelegd om in te werken, en dit gebeurt door de buik op te blazen. Daarom begint de operatie met het inspuiten in de buik van koolzuurgas. Deze werkruimte (de "luchtbel") kan worden verwezenlijkt met behulp van een beschermde naald die wordt ingebracht doorheen de buikwand.

Wanneer de werkruimte is aangelegd, gebruikt de chirurg "trocars", d.w.z. holle kokertjes voorzien van kleppen, die het mogelijk maken het gas te behouden in de buik. Via deze trocars worden de videocamera en de chirurgische instrumenten binnengebracht. Deze kokers worden aangebracht door kleine sneden in de huid op de buikwand.

laparoscopie

Vervolgens gebeurt de operatie "met gesloten buik" want uw chirurg hanteert de instrumenten langs de buitenzijde van uw buik, en volgt de operatie in de binnenzijde van de buik op een televisiescherm. Bij het ontwaken kan u pijn voelen aan de schouders. Deze pijn wordt veroorzaakt door het feit dat de buik werd opgeblazen met koolzuurgas om de werkruimte aan te leggen, en dit koolzuurgas bij het einde van de operatie nooit volledig kan worden verwijderd. Dit overblijvende gas zal echter snel en zonder gevaar voor uw organisme worden geabsorbeerd. De pijn is tijdelijk en verdwijnt snel, binnen enkele dagen na de operatie.

De chirurgische instrumenten die worden gebruikt zijn niet dezelfde als de instrumenten die worden gebruikt bij de klassieke chirurgie, d.w.z. met "open buik". Sommige instrumenten zijn technologisch zo complex dat zij slechts kunnen worden gebruikt bij één enkele patiënt. Deze instrumenten noemt men "disposables" (wegwerpbaar), d.w.z. dat men ze weggooit na de operatie.

Wij vestigen uw aandacht op het feit dat het materiaal voor éénmalig gebruik niet altijd wordt terugbetaald door het RIZIV.

 


DE COMPLICATIES

1. tijdens de ingreep of de periode onmiddellijk na de ingreep

De Gastric Bypass operatie is een vrij zware operatie en door je overgewicht heb je een groter kans op complicaties in vergelijking met iemand zonder overgewicht. Sommige complicaties kunnen zich voordoen tijdens de operatie of in de periode onmiddellijk na de operatie tijdens de ziekenhuisopname. De volgende complicaties kunnen zich bij wijze van voorbeeld voordoen: • een bloeding • een verwonding aan een buikorgaan • een verwikkeling aan de longen (longontsteking ) • een hartaanval • een obstructie of passagehinder ter hoogte van het maagdarmstelsel • een ontsteking aan de urinewegen • een wondinfectie • trombose (bloedklonters) in de aders van de benen met mogelijks longembool als gevolg Deze lijst is niet volledig. Er is een zeer klein doch niet onbestaand risico op overlijden ten gevolgen van complicaties. Uiteraard worden speciale maatregelen genomen om het risico op deze complicaties zo klein mogelijk te houden. Complicaties die de normale hospitalisatieduur verlengen zijn zeldzaam.

2. complicaties in een later stadium na de ingreep

Behalve de bovenvermelde complicaties kunnen zich later ook nog andere complicaties voordoen. We vermelden opnieuw de meest voorkomende. Ook deze lijst is niet volledig.

a . obstructie Ten gevolge van vergroeiingen in de buik die zich bij om het even welke ingreep in de buik kunnen voordoen kan de normale darm doorgang soms worden belemmerd. Soms is een ingreep nodig om deze vergroeiingen los te maken.

b. qalstenen Na de operatie bestaat een verhoogde kans op het ontwikkelen van galstenen, waarschijnlijk ten gevolge van de verminderde inname van vetten.

c. ijzer, foliumzuur, vitamines en mineralen tekorten Deze tekorten kunnen zich voordoen, voornamelijk tijdens de periode dat je vermagert. Op aanwijzing van je chirurg neem je best van in het begin ijzer, foliumzuur, vitamines en mineralen supplementen. Op regelmatige tijdstippen wordt een bloedonderzoek verricht om eventuele tekorten op te sporen. Bij vit B12 tekort dient dit soms met injecties te worden gecorrigeerd.

d. haarverlies Haarverlies treedt vaak op bij snel vermageren. Ongeveer de helft van alle patiënten ondervinden dit in meer of mindere mate het eerste jaar na de ingreep. Het haarverlies is echter tijdelijk en nooit volledig.

e. vernauwinq aan de uitqanq van de maaq Zelden kan de nieuwe maaguitgang vernauwen en aanleiding geven tot overmatig braken. Optrekken van de vernauwing via gastroscopie of onder radiografische controle kan dit verhelpen. Zelden is een nieuwe operatie noodzakelijk.

f. maaqzweer Een zweertje in de buurt van de nieuwe maaguitgang kan soms optreden. Dit kan meestal worden behandeld met medicatie die de zuurproductie in de maag afremt.

g. qewichtstoename na de inqreep

Hiervoor kunnen een aantal redenen zijn: 1. Uitzetten van de nieuwe maag. Als de nieuwe maag stelselmatig wordt overvuld zal ze geleidelijk uitzetten en zal de hoeveelheid voedsel die je kan eten tijdens een maaltijd toenemen. Dit kan ook het gevolg zijn van een te nauwe uitgang van de nieuwe maag.

2. Uitzetting van de maaguitgang. Dit kan tot gewichtstoename leiden doordat de maag sneller kan ledigen en het verzadigingsgevoel minder lang bestaat waardoor je dus meer gaat eten.

 


DIEET

1. Aanpassing eetgedrag

  • Neem aan tafel een correcte houding aan.
  • Gebruik kleine maaltijden en eet rustig, gebruik naast de 3 hoofdmaaltijden nog enkele gezonde tussendoortjes.
  • Stop met eten na het eerste gevoel van volheid. Eén of twee happen meer kan braken veroorzaken.
  • Neem voldoende maal "tijd" om de maaltijd te nuttigen.
  • Drink langzaam maar niet tijdens de maaltijd
  • vermijd alcohol, gesuikerde dranken, snoep, koekjes, chocolade.
  • Vermijd het gebruik van zuiver suiker.
  • Vermijd het gebruik van vetten.

De voedingsaanpassing bij de Duodenal Switch bestaat uit verschillende fases, van vloeibaar, naar een gemixte voeding, tot uiteindelijke een eiwitrijke vaste voeding. De maaltijden zijn veel kleiner dan normaal. en het voedsel moet veel zachter zijn van structuur. In elke fase is het belangrijk om voldoende water te drinken.

Hieronder volgt de bespreking van de verschillende fases.

Fase 1 Vloeibare voeding gedurende 14 dagen -1 maand Maak gebruik van:

Magere melkproducten

  • Magere melk
  • Magere yoghurt
  • Magere platte kaas
  • Magere pap + kunstmatig zoetmiddel Fruitsappen - groentesappen

Gemixte soep - of bouillon

Eiwitverrijkte bijvoeding (vraag raad aan je voedingsdeskundige)

Opmerking: In het begin dient traag gedronken te worden, 1 glas over ongeveer 30 min.

Fase 2 Geleidelijk overschakelen naar een gemixte voeding Inlassen van de volgende voedingsmiddelen:

  1. Toevoegen van kleine hoeveelheden gemixt of gestoofd fruit zonder suiker.
  2. Toevoegen van kleine hoeveelheden aardappelpuree en gekookte gemixte groenten.
  3. Toevoegen van kleine hoeveelheden gekookte vis, gekookt ei of gepocheerd ei. Als dit goed verdragen wordt kan gemalen vlees/kip toegevoegd worden.
  4. Toevoegen van brood, zonder korst. Beleg uw brood met zachte, smeerbare kaas, vleeswaren of vis.

Eventueel kan je in het begin ook bereide peutervoedingspotjes gebruiken.

Dagschema zachte voeding zonder suiker

Ontbijt:  1 à 2 sneden niet versbrood of beschuiten of toast gesmeerd met minarine met max. 25% vetstof zachte belegsoorten  koffie of thee

10 uur  mager melkproduct ongesuikerd

12 uur  gemixte ontvette groentesoep puree  gemixte gekookte groenten  gekookte vis/gekookt ei of gepocheerd ei

16 uur  glas fruitsap

18 uur  1 à 2 sneden niet vers wit brood of beschuiten of toast gesmeerd met minarine  zacht broodbeleg  koffie of thee

20 uur  mager melkproduct zonder suiker

Fase 3

Vaste eiwitrijke voeding

Klik hier voor de voedingsdriehoek.

Scopinaro

 
De Scopinaro of Biliopancreatische Derivatie (BPD) werd in de jaren tachtig en negentig frequent in ons centrum toegepast. Tegenwoordig hebben wij deze techniek verlaten gezien de betere resultaten en ervaringen met de andere ingrepen.
 

Sleeve

INLEIDING

Een van de restrictieve ingrepen is de ‘Sleeve-gastrectomie’. Hierbij wordt de maag verkleind tot een ‘Sleeve’ (= mouw (eng.)). Deze ingreep zorgt ervoor dat er minder voedsel kan passeren door de maag. Tevens wordt het honger gevoel verminderd doordat het deel van de maag waar deze sensoren zitten wordt verwijderd.

Deze ingreep is volledig laparoscopisch uitvoerbaar. Doordat een deel van de maag wordt verwijderd is deze ingreep niet omkeerbaar.


DE VOORBEREIDING TOT DE INGREEP

Als na grondige overweging besloten wordt tot het uitvoeren van een "Sleeve-Gastrectomie" operatie worden gewoonlijk een aantal preoperatieve onderzoeken uitgevoerd. Deze onderzoeken zijn afhankelijk van patiënt tot patiënt en kunnen onder andere enkele van de onderstaande onderzoeken omvatten:
1. Bloedonderzoek 2. Echografie van de buik 3. Elektrocardiogram met of zonder hartspecialistisch onderzoek 4. Longfoto met of zonder longspecialistisch onderzoek 5. Gastroscopie 6. Psychologisch onderzoek 7. Bezoek aan de diëtiste 8. Bezoek aan de internist / endocrinoloog

Indien je regelmatig medicatie neemt dien je dit aan je chirurg te melden. Zeker indien het gaat om bloedverdunnende medicatie (anticoagulantia, aspirine, anti- inflammatoire geneesmiddelen ), omdat deze geneesmiddelen soms een tijdje voor de ingreep moeten worden gestopt. De dag van de ingreep blijf je vanaf middernacht nuchter. Sommige medicaties mag je 's ochtends nog innemen met een klein beetje water. Je chirurg zal je hierover inlichten.


DE INGREEP

Bij de Sleeve Gastrectomy wordt een groot gedeelte van de maag chirurgisch via een laparoscopische ingreep verwijderd. Het deel dat verwijderd wordt heet de "grote curvatuur" van de maag. Dat is het grote ronde gedeelte aan de linkerkant van de maag. Dit type ingreep wordt gewoonlijk een "Sleeve Resectie (uitsnijding)" genoemd.

Sleeve 2

De maag gaat qua afmeting en vorm van een rugbybal naar een banaan. Het gedeelte van de maag waar het voedsel naar de darm gaat, de Pylorus (maagportier), blijft intact.

Dit betekent dat het Dumping Syndroom normaal gesproken niet voorkomt na dit type chirurgie. Het volume van de maag wordt behoorlijk verkleind maar lang niet zo erg als bij de Gastric Bypass operatie.

Normaal kan het deel van de maag dat blijft zitten zo'n 100 tot 150 cc bevatten. Deze operatie is het meest te vergelijken met de Lapbandoperatie; het is tevens een restrictie operatie, dus volume verminderend.

 

https://youtu.be/IjxFjI69bEI

 


DE CHIRURGIE d.m.v.LAPAROSCOPIE

Vroeger vonden buikoperaties plaats middels een zogenaamde laparotomie waarbij een (grote) incisie werd gemaakt om toegang te krijgen tot de buikholte en darmen.

laparotomie

In normale toestand is de buikinhoud in nauw contact met de buikwand. Om een ruimte de krijgen die het mogelijk maakt de videocamera naar binnen te brengen, moet er dus eerst een soort "luchtbel" worden aangelegd om in te werken, en dit gebeurt door de buik op te blazen. Daarom begint de operatie met het inspuiten in de buik van koolzuurgas. Deze werkruimte (de "luchtbel") kan worden verwezenlijkt met behulp van een beschermde naald die wordt ingebracht doorheen de buikwand.

Wanneer de werkruimte is aangelegd, gebruikt de chirurg "trocars", d.w.z. holle kokertjes voorzien van kleppen, die het mogelijk maken het gas te behouden in de buik. Via deze trocars worden de videocamera en de chirurgische instrumenten binnengebracht. Deze kokers worden aangebracht door kleine sneden in de huid op de buikwand.

laparoscopie

Vervolgens gebeurt de operatie "met gesloten buik" want uw chirurg hanteert de instrumenten langs de buitenzijde van uw buik, en volgt de operatie in de binnenzijde van de buik op een televisiescherm. Bij het ontwaken kan u pijn voelen aan de schouders. Deze pijn wordt veroorzaakt door het feit dat de buik werd opgeblazen met koolzuurgas om de werkruimte aan te leggen, en dit koolzuurgas bij het einde van de operatie nooit volledig kan worden verwijderd. Dit overblijvende gas zal echter snel en zonder gevaar voor uw organisme worden geabsorbeerd. De pijn is tijdelijk en verdwijnt snel, binnen enkele dagen na de operatie.

De chirurgische instrumenten die worden gebruikt zijn niet dezelfde als de instrumenten die worden gebruikt bij de klassieke chirurgie, d.w.z. met "open buik". Sommige instrumenten zijn technologisch zo complex dat zij slechts kunnen worden gebruikt bij één enkele patiënt. Deze instrumenten noemt men "disposables" (wegwerpbaar), d.w.z. dat men ze weggooit na de operatie.

Wij vestigen uw aandacht op het feit dat het materiaal voor éénmalig gebruik niet altijd wordt terugbetaald door het RIZIV.

 


DE COMPLICATIES

1. Tijdens de ingreep of de periode onmiddellijk na de ingreep

De Sleeve Gastrectomie operatie is een vrij zware operatie en door je overgewicht heb je een groter kans op complicaties in vergelijking met iemand zonder overgewicht. Sommige complicaties kunnen zich voordoen tijdens de operatie of in de periode onmiddellijk na de operatie tijdens de ziekenhuisopname. De volgende complicaties kunnen zich bij wijze van voorbeeld voordoen:

  • een bloeding
  • een verwonding aan een buikorgaan
  • lekkage tgv loslating van de nietjes (staplenaad)
  • een verwikkeling aan de longen (longontsteking )
  • een hartaanval
  • een obstructie of passagehinder ter hoogte van het maagdarmstelsel
  • een ontsteking aan de urinewegen
  • een wondinfectie
  • trombose (bloedklonters) in de aders van de benen met mogelijks longembool als gevolg

Deze lijst is niet volledig. Er is een zeer klein doch niet onbestaand risico op overlijden ten gevolgen van complicaties.
Uiteraard worden speciale maatregelen genomen om het risico op deze complicaties zo klein mogelijk te houden. Complicaties die de normale hospitalisatieduur verlengen zijn zeldzaam.

2. Late complicaties zijn over het algemeen zeer zeldzaam


DIEET NA SLEEVE

1. Aanpassing eetgedrag

  • Neem aan tafel een correcte houding aan.
  • Gebruik kleine maaltijden en eet rustig, gebruik naast de 3 hoofdmaaltijden nog enkele gezonde tussendoortjes.
  • Stop met eten na het eerste gevoel van volheid. Eén of twee happen meer kan braken veroorzaken.
  • Neem voldoende maal "tijd" om de maaltijd te nuttigen.
  • Drink langzaam maar niet tijdens de maaltijd
  • vermijd alcohol, gesuikerde dranken, snoep, koekjes, chocolade.
  • Vermijd het gebruik van zuiver suiker.

De voedingsaanpassing bij de Sleeve bestaat uit verschillende fases, van vloeibaar, naar een gemixte voeding, tot uiteindelijke een eiwitrijke vaste voeding. De maaltijden zijn veel kleiner dan normaal. en het voedsel moet veel zachter zijn van structuur. In elke fase is het belangrijk om voldoende water te drinken.

Hieronder volgt de bespreking van de verschillende fases.

Fase 1 Vloeibare voeding gedurende 14 dagen -1 maand Maak gebruik van:

Magere melkproducten

  • Magere melk
  • Magere yoghurt
  • Magere platte kaas
  • Magere pap + kunstmatig zoetmiddel Fruitsappen - groentesappen

Gemixte soep - of bouillon

Eiwitverrijkte bijvoeding (vraag raad aan je voedingsdeskundige)

Opmerking: In het begin dient traag gedronken te worden, 1 glas over ongeveer 30 min.

Fase 2 Geleidelijk overschakelen naar een gemixte voeding Inlassen van de volgende voedingsmiddelen

  1. Toevoegen van kleine hoeveelheden gemixt of gestoofd fruit zonder suiker.
  2. Toevoegen van kleine hoeveelheden aardappelpuree en gekookte gemixte groenten.
  3. Toevoegen van kleine hoeveelheden gekookte vis, gekookt ei of gepocheerd ei. Als dit goed verdragen wordt kan gemalen vlees/kip toegevoegd worden.
  4. Toevoegen van brood, zonder korst. Beleg uw brood met zachte, smeerbare kaas, vleeswaren of vis.

Eventueel kan je in het begin ook bereide peutervoedingspotjes gebruiken

Dagschema zachte voeding zonder suiker

Ontbijt:  1 à 2 sneden niet versbrood of beschuiten of toast gesmeerd met minarine met max. 25% vetstof zachte belegsoorten  koffie of thee

10 uur  mager melkproduct ongesuikerd

12 uur  gemixte ontvette groentesoep puree  gemixte gekookte groenten  gekookte vis/gekookt ei of gepocheerd ei

16 uur  glas fruitsap

18 uur  1 à 2 sneden niet vers wit brood of beschuiten of toast gesmeerd met minarine  zacht broodbeleg  koffie of thee

20 uur  mager melkproduct zonder suiker

Fase 3

Vaste eiwitrijke voeding

Klik hier voor de voedingsdriehoek.